DE TROEVEN VAN HET CAVINOR®-SYSTEEM
Voor een ideale bewaring (en dat geldt voor alle wijnen), moet er in de kelder een constante temperatuur zijn van ± 12°.
Vermijd bruuske temperatuurschommelingen. Bij een te hoge temperatuur rijpt de wijn te snel. Een goede klimaatregeling in uw kelder is dus het eerste waaraan u moet denken. Iedere kelder, iedere opbergruimte is een geval apart en dient afzonderlijk te worden bestudeerd.
Een goede luchtcirculatie is noodzakelijk zodat de lucht niet blijft hangen in de wijnkelder
Ook de vochtigheidsgraad is een belangrijke factor. Een luchtvochtigheid van 68 tot 85% is nodig om de kurken in goede staat te houden. Het handhaven van het juiste luchtvochtigheidgehalte is dus van groot belang.
De flessen moeten stabiel worden opgeborgen, zeker niet hermetisch (werkt schimmelvorming in de hand); waarbij voldoende lucht moet kunnen circuleren rond de nissen en de flessen. U bewaart de flessen het best horizontaal.
Vermijd felle verlichting. Wijn wordt het liefst in een donkere ruimte bewaard. Zorg voor een minimale verlichting. Een neonlamp is de meest schadelijke verlichting voor wijn.
Kartonnen dozen houden vocht en geurtjes op. Bewaar uw flessen dus niet in de dozen maar schik ze liever in een nis of een rek.
Kwalijke geuren zijn schadelijk voor de wijn. Bewaar bederfelijke voedingsmiddelen (aardappelen, groenten...), conserven met azijn, onderhoudsproducten, verf, e.d. niet in de nabijheid van uw kostbare flessen.
Bewaar geen houten kisten op de grond of tegen de muur. Het is raadzaam de kisten te openen om de flessen een minimum aan verluchting te geven.